In sommige gevallen opteert jouw gynaecoloog tijdens de prenatale consultaties voor een geplande keizersnede. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een stuitligging of wanneer de baby te groot is in verhouding tot het bekken van de moeder.
De avond voor jouw keizersnede verwacht de vroedvrouw je op het verloskwartier voor het opmaken van het dossier, monitoring, …
De dag van de keizersnede word je opgenomen op Materniteit. Hier krijg je een infuus en word je een laatste keer aan de monitor gelegd.
Verdoving
Een keizersnede vindt meestal plaats onder epidurale verdoving. De anesthesist prikt deze in de operatiekamer. In uitzonderlijke gevallen kan men ook overgaan tot een algemene narcose. In dit geval kan de partner helaas niet mee naar de operatiekamer.
Bezoek
Op het operatiekwartier is geen bezoek toegestaan. Je mag je slechts door één persoon laten vergezellen. Dit is meestal de partner.
Geboorte
Na de geboorte neemt de vroedvrouw jouw baby mee voor de eerste controles (gewicht, lengte, temperatuur, … ). Jouw baby krijgt een mutsje op en een pamper aan. Nadien legt de vroedvrouw jouw baby weer op je buik voor huid-op-huidcontact. Dit contact wordt pas verbroken als je bijna klaar bent om naar de recovery te gaan.
Voor je vertrekt zal de vroedvrouw jouw baby aankleden. Samen met jouw baby en eventueel jouw partner brengt de operatieverpleegkundige je vervolgens naar de recovery waar je nog even blijft en verder opgevolgd wordt. De eerste voeding (borstvoeding of flesvoeding) gebeurt in alle rust in jouw kamer op Materniteit.
Er zijn ook momenten wanneer huid-op-huidcontact niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij een te laag geboortegewicht, prematuriteit, …